startstam
vervoer

Zendingen en

Transporten

gids

Zendingen

 

Bestellingen kwamen vroeger per brief, postkaart, en zeer modern, telefoon en per telegram binnen. Werken per telegraaf en telefoon was toen zeer modern en vooruitstrevend.

Het vervoer ging per spoor, schip of bodedienst en vanaf 1948 veel per vliegtuig.  Dikwijls werden bestellingen per auto opgehaald.

 

Vóór 1948 waren er eigenlijk geen afdoende luchtvracht mogelijkheden voor levende have en vonden de luchtvaart maatschappijen vracht ook nauwelijks interessant. Toen de grotere en sterkere vliegtuigen, DC6, de Constallation's en de Electra's (DC7), kwamen ontstond er 'ruimte' om vracht te vervoeren. De maatschappijen hadden liefst vracht met weinig gewicht en veel volume! De vogelhandel was dus ideaal. Je betaalde per kilo en 0,7 liter was gelijk aan 1 kg.

 

Elke bestelling werd in een groot 'magazijn' boek geschreven waarboven de plaats van bestemming stond. Dat zag er dan ongeveer zo uit:

 

Milano  I  vrij. 5 jan. spoor

24 paar Napoleons

70 mannen kanarie geel bont

15 paar ag. roseicollis

20 poppen halsbandparkieten

  8 mannen Deense Bonte

24 poppen Deense Bonte 

  2 Groensvavel toekans

           

  5 kisten  -   3 colli- MM1-MM3

 

Na het inpakken werd er in het magazijnboek bijgeschreven hoeveel colli er waren en afgevinkt of alle aantallen klopten en of alle bestelde soorten  ingepakt waren. Aan de hand daarvan werden de 'papieren' ingevuld.  De adreslabels konden er pas op als de papieren klaar waren en moesten natuurlijk corresponderen met merken op de colli.
50 Zendingen op een dag was geen uitzondering. Als er bestelde soorten niet waren probeerde je die eerst nog te gaan kopen bij de collega's .
 

 

Van Gend en Loos heeft heel lang de binnenlandse transporten verzorgd. Je gebruikte daarvoor een beurtvaartadres en later een vrachtbrief. Voor internationaal vervoer per spoor, vooral veel naar Italië, Frankrijk  en Duitsland, moest een hele 'set' getypt worden. In vijfvoud! Met carbon doorslag!

 

Een gespecificeerde rekening in vijfvoud, een internationale spoor vrachtbrief een gezondheids verklaring, een certificaat van oorsprong en een deviezen verklaring! Soms moest de invoervergunning voor het bestemmingsland meegezonden worden en de uitvoervergunning van de CDIU (centrale dienst in en uitvoer). Als er meet een internationaal accreditief (l/c) gewerkt werd voor de betaling moest je dikwijls ook een verladingsverklaring hebben. Voor elke kist of colli (een colli kon meerdere samengebonden kisten zijn) moest een adreslabel gemaakt worden met de merken van de vrachtbrief erop en of de adressering.

 

De papierwinkel.

Elke kist werd zorgvuldig ingepakt in papier en met touw, er werden luchtgaten ingesneden en de drinkbakjes gevuld met spons tegen uitkwanselen. Het touw moest precies over de deurtjes gaan zodat er een extra vergrendeling ontstond of de deurtjes werden met een langwerpig 'zegel' afgeplakt.

 

Als je niet wilde dat de collega's op het station het adres van je klant pikten, gebruikte je alleen merktekens om de kist een identificatie te geven en bleef je wachten tot de zending vertrok anders konden de conculega's inzage in de vrachtbrief vragen!

 

Dan moesten de klanten nog gebeld worden dat de zending zou vertrekken. De internationale klanten kregen een telegram met het vrachtbriefnummer en trein of vluchtnummer.

 

 

 

 

1950 Aida was te voet van het station aangekomen met haar 'mahoud' (m) als begeleider. Een zeer ongebruikelijk transportmethode.

Jos Andries (l) en Christ  (r) (Q.P.C.1.1.7) van Dijk liepen ook mee om e.e.a. in goede banen te leiden. In de Kwaadeindstraat waar lage wevershuisjes stonden klopte Aida zelf aan de deuren om voor brood te 'schooien'. De intocht was een sensatie in Tilburg. 

 

 

Christ (Q.P.C.1.1.7) links  en Qriel (1.1.7.3)van Dijk rechts.

 

1963 een transport van 4 Onagers naar Blijdorp. Deze Onagers zijn later in Israel toegevoegd aan een her- introductie programma voor Onagers. (woestijnezels die ook in de Bijbelverhalen voorkomen.)

 

 

Sonja (opvolgster van Aida) vertrekt naar Gdynia.

Lees meer. en kijk op olifanten pagina.

 

 

1952 Wassing vervoert!

Een geladen vrachtauto voor transport naar de Rotterdamse haven voor Polen. Op de vrachtwagen ook een aantal kisten met wijting (links tegen de zijklep) op ijs als voer onderweg voor Pelikanen die ook aan boord gingen.

 

 

busje

De fameuze  'Bèrewoage'

lees meer

 

 

Transporten 

 

Een transport was eigenlijk een hele grote en meestal bewerkelijke zending. Al vroeg in de vorige eeuw importeerde de firma per schip grote zendingen uit India met Olifanten, roofdieren (India reis) en hele  collecties klein 'spul'.

 

De uitvoer werd ook niet vergeten en vanaf 1939 gingen er kanarie transporten per schip naar Amerika. Een ritje met de T Ford naar de Brusselse vogelmarkt werd niet als een transport beschouwd.

 

De grootste transporten waren ongetwijfeld de jaarlijks terugkerende zendingen naar Polen.

 

Van 1952 tot 1969, het toppunt van de koude oorlog tussen oost en west, kregen de Poolse dierentuinen van hun overheid een hoeveelheid buitenlandse valuta toegewezen om hun collecties aan te vullen en op peil te houden.

 

De toewijzing van deze deviezen geschiedde zelden bij het begin van het jaar maar meestal rond Maart. Dan kwam er een Poolse delegatie van dierentuin directeuren met de vertegenwoordiger van de importstaatsorganisatie (Animex) naar de firma  om de dieren die ze nodig hadden te kopen en te  'monsteren'.

 

Er werden voorlopige bestellijsten, 4 a 5 vellen lang, gemaakt en er werd dagenlang over de prijs onderhandeld. Als dan de zeer gedetailleerde contracten getekend waren op de Poolse Ambassade door de Ambassadeur en de vertegenwoordiger van Animex, begon de onderhandeling over het vervoer. Het moesten altijd Russische of Poolse schepen zijn.

 

Tijdens  de onderhandelingen vloeide de jenever en de Wodka rijkelijk en je moest sterk in in je schoenen staan om bij de les te blijven!

 

Tegen de tijd dat er een schip bekend was voor het vervoer was het meestal al augustus en de datum van belading ergens in September of Oktober.

 

In de tussentijd werd er op het park druk gewerkt aan kratten, de opvang en conditionering van de dieren voor transport. Veel dieren vanuit Windhoek en andere dierentuinen arriveerden en werden bij het transport gevoegd.

 

Het 'inpakken' van de grote dieren als Olifanten en Zebra's had altijd veel voeten in de aarde en moest met veel beleid en geduld worden aangepakt.

 

Het beladen van 3 of 4 vrachtwagens en de Berenwagen kostte meestal ook de nodige dagen en het moest allemaal gecoördineerd worden met de Poolse ambassade om ervoor te zorgen dat de dieren klaar waren en ingepakt stonden als het schip  in Rotterdam arriveerde zodat daar niet gewacht hoefde te worden.

 

Maar de firma wist dat het vaarschema nooit klopte. De Russische en Poolse boten waren altijd dagen te laat en er was altijd machine pech! Dus werden de dieren pas geladen als het schip de Rotterdamse haven binnenvoer.

 

Gedurende het jaar waren er ook deelleveringen  per trein van dieren die om een of andere reden niet met de boot meekonden. Meestal was het Tini Kruijssen die deze transporten verzorgde en begeleidde.

KLM
Een Jaguar per KLM voor Fred Zeehandelaar in New York. 1955